Hechtingsstijlen in een open relatie

‘En waar is het deze keer?’ Ik vraag al niet eens meer naar de namen. Het zijn er ondertussen zoveel, dat ik het niet meer bij kan houden. Zijn huidige minnares is een ontzettend fijne vrouw, maar ze kan niet zo vaak afspreken. Mijn man ‘neemt’ er nu dus iemand bij. Misschien wel twee of drie. Aan de ene kant is dat fijn. Het voelt alsof de emotionele verbondenheid daardoor verdeeld wordt. Aan de andere kant kan het me ook onzeker maken. Hoe kan ik me verhouden tot al deze nieuwe vrouwen?
‘In Zeist.’ Hij kijkt me zacht aan. ‘Is het goed voor jou?’
‘Jawel.’
‘Maar? Als het niet goed voelt, dan zeg ik het af. Dat is echt geen probleem.’ Hij zegt het en hij meent het. Dat weet ik. Dat alleen maakt het al zo veilig.
‘Nee. Dat is het niet. Maar… zou je niet meteen met haar naar bed willen gaan?’ Ik word knalrood terwijl ik het vraag.
‘Schatje! We gaan alleen maar koffiedrinken.’ Hij kijkt verrast.
‘Ja, dat weet ik wel. Maar de vorige keer zei ik in een stoere bui, dat je er maar voor moest gaan, als ze leuk was. En ze was ook leuk, dus je deed het ook en dat was helemaal goed. Echt. Alleen deze keer merk ik dat ik er moeite mee heb ….’

Ik struikel over mijn woorden en begin te hakkelen. Schaam me er ook voor. Niet omdat ik vind dat in een open relatie alles moet kunnen. Het gaat nu meer om mezelf. Ik was eerst zo stoer maar nu heb ik het gevoel dat ik me laat kennen. Even ben ik bang dat mijn man gaat lachen, maar ik vergis me. Hij kijkt me serieus aan.

‘Geen punt. We zouden eerst bij haar thuis afspreken, maar ik zal voorstellen, dat we elkaar gewoon in een kroeg ontmoeten.’ Hij is even, stil en voegt er dan aan toe: ‘Wat fijn dat je er om vraagt.’ Hij pakt me bij mijn kin, en kijkt in mijn ogen. ‘Ik heb het gevoel dat ik zoveel neem op dit moment. Het is fijn om te weten hoe ik ook wat kan geven.’
Van falende vrouw ben ik ineens veranderd in een vrouw die haar man de kans geeft wat terug te doen. Ik hou hem nog even tegen me aan. Snuif zijn geur op. Geniet van hem, voordat hij gaat. Er zitten nog steeds wat barstjes in mijn zelfbeeld, maar ach, dit zijn vast tekenen van ouderdom en wijsheid. Het is oké. Zo is het goed.

Hechtingsstijlen volgens John Bowlby

Een veilige hechting is de basis van Emotionally Focused Therapy (EFT) de therapie die ik geef aan stellen. Sue Johnson borduurt bij EFT voort op de hechtingsstijlen zoals die ook ontwikkeld zijn door John Bowlby. Hij onderzocht ouder-kind relaties en kwam met drie verschillende soorten hechtingsstijlen:

  1. Veilig gehecht: deze kinderen huilen wanneer de moeder/vader weggaat, zoeken zijn/haar aandacht wanneer hij/zij terugkomt en gaan door met spelen, zodra ze getroost zijn.
  2. Vermijdend gehecht: deze kinderen besteden weinig aandacht aan de moeder/vader, worden niet onrustig als de moeder/vader weggaat en worden net zo makkelijk door een vreemde getroost als door hun moeder/vader.
  3. Angstig gehecht: deze kinderen komen nauwelijks toe aan spelen. Ze blijven heel dicht bij hun moeder/vader, worden gestrest als hun moeder/vader weggaat en zijn niet makkelijk te troosten als hun moeder/vader terugkomt.

Ongeveer 70% van de kinderen worden grootgebracht in een veilig gehecht nest. Bij 30% is sprake van onveilige hechting. Meestal veroorzaakt door verwaarlozing, geweld of andere hiaten in het ouderschap.

Deze hechtingstijlen kunnen vervolgens ook weer terugkomen in de relaties die deze kinderen als volwassenen aangaan.

  1. Veilig gehechte kinderen gaan over het algemeen, langdurige, duurzame liefdevolle relaties aan. Er is hier een heldere balans tussen afhankelijkheid en onafhankelijkheid. Ze voelen zich op hun gemak in hun relatie. Ze durven zich te laten kennen, vertrouwen hun partner en vinden het fijn dat hij/zij hun ook vertrouwt en op hun rekent.
  2. Vermijdend gehechte kinderen komen in relaties waarin het vermijdende gedrag terugkomt. Ze voelen zich ongemakkelijk bij intimiteit. Gaan niet makkelijk emotionele banden aan. Het is belangrijk om onafhankelijk te zijn en die onafhankelijkheid zien ze het liefst ook bij hun partner.
  3. Angstige kinderen komen ook in relaties terecht waarin ze zich tweeslachtig kunnen gedragen. Aan de ene kant vragen ze veel aandacht, zijn snel verliefd, heel aanhankelijk. Aan de andere kant kunnen ze vlug jaloers, achterdochtig of kwaad zijn op hun partner. Ze hebben moeite om hun partner volledig te vertrouwen of zich afhankelijk op te stellen. De angst om gekwetst te worden is groot. Ze hebben een enorme behoefte aan liefde en bevestiging, maar hebben aan de andere kant het idee dat ze de echte liefde niet kunnen vinden. Ze nemen vaker geen kinderen, als ze zelf volwassen zijn.

Zoals je je kunt voorstellen hebben veilig gehechte relaties geen moeite om zich te binden. Onveilig gehechte relaties wel. Of ze doen het niet (bij vermijdende hechting) of ze durven niet (bij angstige hechting).

Behoefte aan veilige hechting

Bowlby ging er echter van uit dat elk kind ook als volwassene diep van binnen wel die behoefte heeft. Hij zei bijvoorbeeld:

[..Afhankelijkheid is een aangeboren, gezond deel van ons mens-zijn en niet iets waar we overheen groeien…]

Sue Johnson, de grondlegster van Emotionally Focused Therapy, realiseerde zich dat de behoefte aan een veilige hechting bij elk mens aanwezig is en vertaalde de theorie van Bowlby naar partnerrelaties.

Van onveilig gehecht naar veilig gehecht

Haar ervaring is dat onveilig gehechte relaties in de jeugd niet hoeven te leiden tot onveilig gehechte relaties als volwassene. Soms omdat volwassenen zelf al het nodige werk hebben verricht via persoonlijke ontwikkeling en therapie. Soms omdat stellen in relatietherapie gingen zodra ze vastliepen. Het voordeel van relatietherapie is dat je het niet alleen hoeft te doen. Je doet het samen. Ze gaat hierbij wel uit van monogame relaties, waar geen geweld of verslaving in voorkomt.

Situaties die (nog) niet veilig voelen

Zelf merk ik dat bij het openen van relaties onzekere gevoelens de overhand kunnen krijgen. Dit betekent niet meteen dat je onveilig gehecht bent. Het kan wel betekenen dat de situatie voor jou nog niet veilig voelt. Je kan dan hetzelfde gedrag vertonen als dat je bij angstige of juist vermijdende hechtingsstijlen ziet. Dit is niet raar, of vreemd of onvolwassen. Dit is in mijn ogen normaal gedrag, dat past bij een situatie die nieuw is en waar je bang bent veel te verliezen. Met andere woorden: gedrag dat past bij een situatie die nog niet veilig is.

Vertrouwen en kwetsbaarheid

Naarmate het vertrouwen in je partner en jezelf groeit, zal je merken dat dit soort gevoelens weer zullen verdwijnen. Veel stellen in een open relatie praten veel met elkaar. Veel intenser. Veel opener. Er komt in het begin misschien meer aanvallend of vermijdend gedrag, maar al gauw komt er ook meer kwetsbaarheid. Er wordt eerlijker gesproken over wat er werkelijk gevoeld wordt. Er wordt ook meer steun en geruststelling gegeven en ook gevraagd.

Bij ons merk ik, dat we ons geen van beiden meer groot houden, ook al moeten we soms blozen van de kwetsbaarheid dat we laten zien. De moed die we tonen om de kant van onszelf te laten zien – waar we zelf een oordeel over hebben – maakt dat het kostbaar is. En verbindend.

‘En, hoe was het?’
‘Ja, ze is leuk. Hoe was het voor jou?’
‘Wel goed. Blijf je de volgende keer slapen?’
‘Ja, ik denk het wel.’
‘Fijn.’ Als ik weet dat mijn man ’s avonds nog thuiskomt, heb ik de neiging om te gaan wachten. Tegenwoordig doe ik dan rotklusjes, zoals de administratie. Maar dat voorkomt niet dat ik op de klok zit te kijken. Als alles een beetje gesetteld is, is het voor mij fijner als hij de hele nacht wegblijft.

‘Mag ik een foto van haar zien?”’ Dit is bij ons altijd een spannende vraag. Foto’s kunnen voor gedoe zorgen.
‘Weet je het zeker?’ Hij heeft mijn minnaar nog nooit gezien. Wil hij ook niet. Dan wordt het allemaal te beeldend voor hem.
‘Tuurlijk.’ Voor mij zegt een beeld soms meer dan duizend woorden. Mijn man pakt zijn mobiel en scrolt wat. Ik kijk in het gezicht van een lieve vrouw met pretoogjes.
‘Ze is lief.’ Ik zie het. Dit is een fijne vrouw. Zij zal niet alleen een vriendin van hem zijn, maar ook van onze relatie.

Herkennen jullie je hechtingsstijl uit je jeugd? Welke fijne dingen neem je mee bij het opvoeden van je eigen kinderen? Welke aspecten juist niet? Herken je de hechtingsstijl uit je jeugd ook terug in je relatie?

Rhea Darens
EFT-relatietherapeut

9 gedachten over “Hechtingsstijlen in een open relatie

  1. Max

    Ik had eigenlijk graag iets meer willen lezen over hechtingsstijlen in de secundaire relatie..! Ik hou er graag een zogenaamde ‘minnaarsrelatie’ op na. Dat betekent dus vaker afspreken met dezelfde persoon en ook contact onderhouden via mail, chat, enz. Het blijkt dat dit niet gemakkelijk is… Je moet je verwachtingspatronen heel goed met elkaar vergelijken en heel duidelijk afspraken met elkaar maken. Als je té gehecht raakt aan iemand en die persoon kan je niet geven wat je nodig hebt, dan kun je lelijk terechtkomen. Of je krijgt inderdaad te weinig óf de ander wordt bang om je te kwetsen omdat hij/zij ziet of denkt dat je te weinig krijgt. Een secundaire minnaarsrelatie is nou eenmaal niet hetzelfde als een primaire relatie, je krijgt echt niet de hele dag bevestiging en zo’n relatie moet ook kunnen groeien. Erover praten is dan een goede oplossing maar stel je maar eens zo open op… oeps! Niet gemakkelijk. Hoe maak je duidelijk dat je graag wilt hechten? Wat als dat niet mogelijk is? Wat als dat opeens spaak dreigt te lopen..? Kun je dan nog iets redden door bij te sturen?

    1. Rhea Darens Bericht auteur

      Interessante vraag Max. Ik kan er eigenlijk niet 1-2-3 een antwoord op geven, omdat ik (ondanks je mooie beschrijving) toch net iets te weinig info heb. Gaat het er bij jou om dat je voor langere tijd een lover wil hebben? Of gaat het erom dat je voor langere tijd, juist deze lover wil hebben en dat je het gevoel hebt, dat hij/zij je nu door de vingers glipt? Of gaat het er juist om dat je nu een lover hebt, maar dat je de verdieping mist?
      Ondanks dat ik de vraag niet helemaal scherp heb, zal ik toch wat gedachten hier neerzetten. Misschien heb je daar wat aan. Een kenmerk van een secundaire relatie is dat het niet vast is en niet gelijkwaardig. Beide partijen weten dat als het erop aan komt, deze relatie eindigt. Tenminste, als je vaste relatie op 1 staat (wat in mijn ogen een voorwaarde is bij een open relatie). Hechting is in een secundaire relatie dus altijd lastiger dan in een primaire. Als je een lover voor een langere tijd wil, kan het heel vervelend zijn als je elke drie maanden weer opnieuw iemand anders moet zoeken. Zeker als je vaste partner wel heel steady een minnaar/minnares heeft. Aan de andere kant, als jullie wel gehecht raken, kan het fijne gevoel uit het begin op de lange termijn soms ook beklemmend worden, als je merkt dat je lover niet meer verder kijkt, waardoor je je verplicht voelt in het minnaarschap te blijven ‘anders heeft hij/zij niemand anders’. Dit zal in het begin niet zo spelen, maar ik ken ook oudere stellen die al twintig jaar dezelfde lover hebben. Om op je 70ste tegen je minnares zeggen dat het voor jou genoeg is geweest, voelt dan heel harteloos.
      Maar goed, om wat beter op je vraag in te gaan: om meer verbinding te krijgen geef je zelf eigenlijk al het antwoord: Jezelf open stellen. En ook de vraag stellen, die je eigenlijk te spannend vindt. Bijvoorbeeld “Wat vind je eigenlijk van me?” Je voelt vaak diep van binnen wel dat er iets schuurt en ook wat het is. Eerlijke, spannende gesprekken, ook al zijn ze soms pijnlijk kunnen dan een verbindende werking hebben. Helder zijn wat jij verwacht in minnaarschap helpt ook. Als jij voor langere tijd een relatie wil, dit ook uitspreken. Als je zelf een vaste partner hebt, kan het ook helpen om dit soort onderwerpen met hem/haar te bespreken (als je partner er voor open staat). Wat zijn de ervaringen van je partner? Hoe zou hij/zij het aanpakken? Mijn ervaring is dat je van elke relatie leert, maar dan moet je wel durven te oefenen 🙂 Ik hoop dat je hier wat aan hebt. En misschien zijn er anderen die hier ook nog wat over kunnen vertellen.

      1. Max

        Dank je Rhea, je hebt de kern wel weten te vinden in mijn vraag! Als 2 mensen een mooie primaire relatie erop nahouden, dan kan er iets gebeuren wat ik ‘spiegelen’ kan noemen. Het mooie uit je vaste relatie terugzoeken/vinden in de secundaire relatie. Ik merkte dat ik dit begon te doen, ik zag één langdurige mooie secundaire relatie wel zitten en dat zou me wellicht ook voldoening hebben weten te geven. Maar je waarschuwt terecht voor de gevolgen… je creëert afhankelijkheid en dat kan wederzijdse gevolgen hebben. Ik heb er gelukkig over gepraat, omdat ik zo eerlijk in elkaar steek. Zij gelukkig ook. Het zou een verrijking kunnen zijn die misschien op den duur zo zou kunnen gaan werken maar vooralsnog ging dit idee te ver. Helder! Zodoende hebben we de wederzijdse verwachtingen kunnen inzien en is het nu duidelijk van waaruit we verder kunnen gaan. Beter vooraf met de billen bloot als achter op je snufferd gaan.
        Maar deze ‘hechtingsstijl’ bestaat wel degelijk. Het kan zelfs nog verder gaan, namelijk een lat-relatie met iemand anders. Dat zal op de primaire relatie gaan drukken zeg… Die vorm ligt mij totaal niet, temeer omdat ik een goede vaste relatie heb. Enne, losse contacten laten mij ook koud, hoewel ik ondertussen begrepen heb dat dat juist net heel vaak voorkomt als je het hebt over een ‘open relatie’. Het is misschien minder bedreigend voor de vaste relatie maar ik vind het niets omdat er echt wel emotie onder mag zitten voor mijn part. En die emoties, die zal ik dan inderdaad voor lief moeten nemen als ze zich aandienen!

  2. Bettie

    Angstige hechting hier. Nooit gehecht aan mijn vader; die negeerde en verwaarloosde mij. Meer dan eens maakte hij duidelijk dat ik niet het kind was, dat hij had willen hebben. En door zijn toedoen is de hechting met mijn moeder (en broertje) vrij vroeg al verbrokkeld; mijn vader werkte een hechting actief tegen. Mijn ouderlijk nest was ijzig, koud en stil.
    Ik werd snel verliefd op mannen die ook maar een klein beetje positieve aandacht gaven, en gaf me dan volledig over met nare gevolgen van dien, zoals uitbuiting en mishandeling.
    De man met wie ik nu jaren getrouwd ben, is een oprecht lieve man die het beste met mij voor heeft. Zo angstig als ik ben hem kwijt te raken heb ik hem (denkbeeldig) in een gouden kooitje gestopt. Wat uiteraard ook niet zo best is voor een goed huwelijk. We werken er aan: met zijn troostcontact voel ik me zekerder en kan ik zijn kooideurtje steeds verder open zetten.
    Kinderen? Nee, die wil ik niet. Ik ben bang dat ik niet genoeg van ze zou kunnen houden, er niet mee kan of wil hechten. En dat wil ik een kind absoluut niet aan doen.

  3. Hendrik Deelstra

    Leuke column om over na te denken. Ik ben vrij hard en emotieloos opgevoed.
    Kwam goed van pas bij sommige dingen. Echter op het gebied van relaties schiet je te kort.
    Moest daarom bijleren.
    En ja, Kids hebben bepaalde dingen overgenomen.
    Persoonlijk herken ik wel bepaalde stijlen in mezelf in het voorgaande.
    Of alles een nadeel heeft? Weet ik niet. Leer nog steeds.

  4. Arthur

    Vaak wil men graag aangeraakt worden omdat dat iets is wat men ontbeert . Mijn advies is om je regelmatig professioneel te laten masseren wat ontspanning geeft en je laat genieten . Het geeft je een goed gevoel !

  5. Simon le Bon

    Ik herken geen van de hechtingsstijlen uit mijn jeugd, misschien omdat ik uit een gebroken gezin kom. Ik denk deels ouder-kindrelatie vermijdend gehecht, al had Ik sowieso eigenlijk weinig behoefte aan troost. Kon/kan me snel over situaties heen zetten/relativeren. Hoewel ik heel temperamentvol kan zijn, laat ik me niet gek maken en kan heel stoïcijns blijven waar anderen volledig in de stress/paniek schieten. Mijn vlucht/vecht-reactie is vrijwel altijd vechten.

    Mijn relaties zijn langdurig (de huidige relatie 20 jaar) en ik word erg snel verliefd op een mens (zowel man als vrouw). Maar de liefde voor mijn vrouw is onvoorwaardelijk. Ik hou van mijn vrouw zoals zij is, met al haar perfecte imperfecties. Zij is de persoon met wie ik oud wil worden en uiteindelijk sterven. Maar als het niet zo zou zijn, is het ook goed, geluk is niet afhankelijk van de ander. Toch hebben we ook een diepe emotionele band, we kennen elkaars angsten, onzekerheden, voorkeuren en uiten die naar elkaar. Een woord, non-verbaal signaal of blik is vaak genoeg om te weten waar de ander op dat moment behoefte aan heeft. Dat is fijn, erg fijn.

    Ik ben niet verlegen en heb er geen probleem mee om voor publiek op te treden (theatervoorstellingen bijvoorbeeld), maar ben een echt 1 op 1 mens.

    Ik voel me bij anderen op mijn gemak en dat is vaak wederzijds, ook (of misschien juist) wanneer het intiemer wordt. Wederzijdse verliefdheid treedt dan vaak op, maar ik heb geleerd daar voorzichtiger mee om te gaan omdat sommige mensen te hoge verwachtingen ontwikkelen. Ik vind het heerlijk om te ontdekken, knuffelen, strelen etc., ook bij/met mijn vrouw.

    Dus vertel me maar, in welke groep val ik?

    Dit onderzoek creëert naar mijn mening in de uitkomst hokjes met incorrecte criteria. Er zijn meer dan 3 hokjes, zelfs wanneer je alles tot de essentie reduceert, zijn er mensen die voor het ene criterium in de ene groep vallen en voor een ander criterium in de ander(e).

    Een boek dat mij op een andere manier heeft leren zien/ervaren is “Meesterschap in liefde” van Don Miguel Ruiz. Ik ben totaal niet spiritueel ingesteld (in tegendeel zelfs), maar de kern van het boek inspireert mij. De kern is dat ieder zijn eigen waarheid heeft, en dat is een mooi besef. Ook onderzoekers hebben hun eigen waarheid en objectiviteit is dan erg subjectief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *